Levering nieuwe Air Force One uitgesteld naar half 2028

In dit artikel:

De Amerikaanse luchtmacht stelt de verwachte aflevering van het eerste van twee nieuwe Air Force One-toestellen met een jaar uit: nu medio 2028. Dat bemoeilijkt voor vliegtuigbouwer Boeing de wens van president Trump om tijdens zijn ambtstermijn in het nieuwe toestel te vliegen.

Trump gaf tijdens zijn eerste termijn opdracht voor twee ombouwprojecten op basis van de Boeing 747-8; de huidige presidentiële vliegtuigen (VC‑25A) zijn in gebruik sinds 1990. Boeing kreeg in 2018 een contract van 3,9 miljard dollar, maar de kosten voor het project zijn inmiddels opgelopen tot ruim 5 miljard dollar.

Volgens de luchtmacht is de nieuwe tijdlijn het resultaat van lopende besprekingen met Boeing. Werkzaamheden liepen vertraagd door personeelstekorten en problemen in de levering van interieuronderdelen, én door de complexe noodzaak om de 747‑8 te transformeren tot speciale presidentiële vliegtuigen met geavanceerde communicatiesystemen en defensieapparatuur.

Naast de levertijd zijn nog openstaande kwesties de kleurstelling van het nieuwe toestel: Trump wil wijzigingen, maar het is mogelijk dat de traditionele kleuren behouden blijven. Onlangs ontving Trump wel een 747 VIP-jet uit Qatar, maar dat vliegtuig maakt geen deel uit van het officiële Air Force One-programma.